woensdag 25 april 2012

Er staat een nieuwe teaser op Samplekanon.com! Mark van der Schaaf schreef voor het nulnummer van het online tijdschrift een reeks gedichten waarvan dus nu een voorproefje op de frontpage van de website. Vergeet Samplekanon niet te bezoeken op Facebook

maandag 23 april 2012

Dames en heren! Frank Keizer, Gruweletser Daniel Labruyere en ik hebben een literair tijdschrift opgericht. Ga naar samplekanon en lees het gedicht van een van onze debutanten. Het nulnummer volgt. Zie ook hier: ooteoote

donderdag 19 april 2012

Vrije encyclopedie

IXX

Zon en maan zijn nog mogelijk, niet uitgevonden.
Mijn hoofd ligt op Blondie’s buik, mijn haar ligt op Blondie’s vlees.
Logos weet niet waar wij zijn, hij ligt nog werkeloos op de rotsen,
in de zon die hij nog geen vorm heeft gegeven.
‘Druk het park tegen je oor’, zeg ik. ‘Luister. Dit is geluid zonder analogie,
geluid zonder eigenaar. Dat bestaat nog.’
Ze moet lachen, maar gelooft mij niet.
‘Door hem is alles geworden’, fluistert ze.
‘Niemand heeft hem ooit gezien.’

vrijdag 13 april 2012

Vrije encyclopedie

XVII

Ik houd van vraagtekens die alles zijn behalve diepzinnig. Kan ik gaan?
Ik houd van zomers die alles behalve koket zijn. Fel.
Van auto’s die op het nippertje door de APK komen en lachen en loeien: dronken konten
frontaal op het licht.
Klassiekers die niemand leest. Een feest dat in minuten denkt.
De man die het lot ziet knipogen. De zuigeling aan wie Maria om het uur verschijnt.
De ontdekking van het orgasme. Het verlangen ernaar. Het theatrale van een orgasme en soms
de verstilling. De zachte wanden van het orgasme, de geluidsdichtheid ervan.
Obama spuit over zijn onderbuik, neemt cola en hamburgers tot zich en
slaapt in de foetushouding.
Dit alles – ik bedoel het eten van hamburgers, het drinken van cola
en het slapen in de foetushouding—
is een direct gevolg van zijn orgasme.
Asceten bedreigen onze democratie. Windt de asceten op.
Stimuleer ze. Ze moeten komen, wij vinden geen rust.

donderdag 5 april 2012

Vrije encyclopedie

XVI

Met enige schroom denkt zij terug aan haar antwoord, die eerste avond,
toen Thomése vroeg wat haar ambities waren: ‘Ik zou wel een goede moeder willen worden’.

Zij werd in die tijd wel gewaarschuwd voor Thoméses uitbundige bohemienbestaan.
Maar zijn kunstenaarsleven heeft ook een andere kant: die van contemplatie, de studie. ‘Toen ik voor het eerst zijn appartement in Amsterdam-Zuid zag, vol schilderijen, Perzische tapijten en boeken, keek ik mijn ogen uit. Niet veel later trok ik bij hem in.’