woensdag 28 september 2011

Nachtdienst



Gert Vlok Nel schrijft dat God in den beginne in nood was
op zee en dat Gert hem moest redden.
Hier denk ik de hele avond aan.


Later vindt Blondie mij in de hangmat.
Ze vertelt dat ze die nacht drie oren aanzette 
en met een blinde alcoholist worstelde
tot de ochtend.
Haar gevoeligheid voor fictie is groot, dus verzwijg ik 
Gerts reddingsoperatie.
Beiden worden we slaperig.
Het is de drank,
 in mijn geval.

maandag 26 september 2011

Naast de pot (aantekeningen in proza)

Alsemgeest woont in een klein huis aan de Vecht, op een plaats waar de rivier de almachtige stank van de vuile slangetjes (overkapt door sierlijke bruggen) allang achter zich heeft gelaten. Drie jaar geleden leerde ik de schilder en dichter Wouter Alsemgeest via Gruweletser D. Labruyère kennen. Eind vorige week zochten de Gruweletser en ik de inmiddels bejaarde librettist en beeldhouwer op in zijn woning.

Hij rommelde zoals gewoonlijk voortdurend door de kamer en sprak in fragmentarische zinnen, die het midden hielden tussen vreugdekreten en vragen. De Gruweletser vond zijn koffie lekker, ik niet. Hij bleek zo juist een serie gedichten te hebben voltooid; ietwat verlegen droeg hij een schoenendoos naar binnen. Ik heb ze opgedragen aan Martha, zei hij. Mijn jeugdliefde, een lekker mokkel met een goed verstand. Pienter en niet preuts (mooi grafschrift!). Gruweletser en ik vermoedden het ergste: het werd weer eens een middag met verhalen uit het verleden. En citaten. Buiten werd het stilaan donker en toen Alsemgeest aan zijn favoriete citaat toekwam werd het wat ons betreft tijd om te gaan: het schijnt zo te zijn dat alcohol, mits geconsumeerd in toereikende hoeveelheden, alle effecten van dronkenschap kan veroorzaken. Ik weet nog steeds niet van wie dat citaat is, maar het teken was gegeven en Gruweletser D. pakte zijn lange zwarte jas van de bank. We gaan Wouter, zei ik en klopte hem op zijn schouder. Wacht, nog even dat gedicht voor Martha, riep hij. Met bevende handen opende hij de schoenendoos en haalde er een velletje papier uit.  Toen hij de doos op de salontafel zette zag ik dat deze verder volkomen leeg was. Wouter Alsemgeest ging bij de schemerlamp staan, bracht het briefje tot vlakbij zijn ogen en zei: de titel is: 'Waar anders' en het gaat zo:

'Ik heb veertien gedragen regels geschreven over je
boezem en twee experimentele over mijn handen.
Alleen in een verzameld werk,
misschien,
komt alles nog goed.'










           
                                                                                     
                                                                                      Wouter Alsemgeest

woensdag 21 september 2011

Naast de pot (aantekeningen in proza): Hoofdstuk 2, waarin Elias Roest de ekster groet, een ongeluk heeft op het toilet en een vrouw in een mantelpakje volgt



Er vliegt een ekster over en Elias denkt: omnivoor. De ekster is een omnivoor; in het voorjaar
rooft
hij de nesten van andere vogels leeg. Wie moedig is durft een onheilsbrenger te zijn, zoals de ekster. De moedigen zijn onheilsbrengers en omivoren, de slappelingen hebben een beperkt dieet en zijn troosters. Ik groet je, mompelt Elias en volgt de vogel, die geruisloos uit het zicht verdwijnt. Dit weekend zal het weekend van de ekster zijn, weet hij en gaat op zoek naar het toilet.


Het is alsof een tl-buis steeds weer geluid maakt, tegensputtert, maar niet wil branden. De vloer is koud. Elias voelt dat zijn bril bij zijn linkerhand ligt, hij pakt het lichte metalen model van de grond. Er mist een glas. Overeind nu, niet treuzelen, handen wassen, naar buiten. Hij staat op en kijkt in de spiegel. Elias Roest. Twee keer zeep nemen, goed laten schuimen. Hij houdt zijn elegante handen (Janine zei: je handen zijn elegant) in de airblade aan de muur. Van de middelste knokkel van zijn rechterhand loopt een dunne, vuurrode striem tot voorbij zijn pols. De airblade brult.


In de ontvangsthal laat Elias niets merken. Zijn hand verbergt hij achter zijn rug of in zijn broekzak. Een schuifdeur suist zacht, een vertrouwd en internationaal geluid. Een vrouw van begin dertig loopt snel van de deur naar de lift. Ze draagt niet al te hoge zwarte hakken van lakleer en een mantelpakje. Kort blond haar. Het weekend van de ekster, denkt Elias en loopt achter haar aan de lift in. 

dinsdag 20 september 2011

'De atleet vertrouwt zijn sprong' online op Perdu



Het gedicht 'De atleet vertrouwt zijn sprong' staat nu ook online. Klik op de link
en bezoek de blog van Perdu: http://avondenperdu.blogspot.com/2011/09/vers-van-het-mes-maarten-van-der-graaff.html


Aanstaande vrijdag lees ik bij Perdu's Vers van 't Mes o.a. dit gedicht voor, naast een kleine poëtica die ook binnenkort op de blog
van Perdu komt te staan. AANMELDEN VOOR 'VERS VAN 'T MES KAN HIER, KOMEN SNODAARDS:  http://www.facebook.com/event.php?eid=283331231677712

maandag 19 september 2011

Naast de pot (aantekeningen in proza): Hoofdstuk 1, waarin Elias Roest aankomt, zijn bagage achterlaat en de tuin inloopt.



Roest, Elias, mompelt de dame van de organisatie en staart een minuut naar haar computerscherm. Af en toe drukt ze een toets in. We zijn erg blij dat u er bent, u kunt uw bagage hier achterlaten.


Elias loopt de tuin in. Het geluid van een snelweg, flauw zonlicht. Hoe ging het ook alweer? Ze droomde dat ze op een lange ladder klom waar hij bovenaan op haar wachtte. Drink. Zoiets zei hij. Hij bood haar zijn borst aan en ze dronk gulzig maar toch devoot. Ze stopte met drinken. Nog een keer, zei hij. Ze dronk opnieuw. Toen ze haar hoofd terugtrok voelde ze iets kleins en ronds op haar tong. Voorzichtig nam ze zijn tepel uit haar mond en hield hem in het licht. De gouden tepel straalde en ze zag dat ze er volledig in werd weerspiegeld. 

woensdag 14 september 2011

krabbelt aan de nachtdeur kapseizoen


Met deze laatste zin ontsnapt zij aan
postume hoon  − krabbelt aan de nachtdeur kapseizoen
haar rollen worden steeds kleiner.

Luchtpomp is in de Benelux erg slecht te zien,
vertelt ze met haar gedachten
bij dit schort ze kreeg het in het grote najaar
van de schurftige krans                              :

aangeslagen zijn we, ziet u het is net een film
         het is net een reisbeschrijvende fakkel

tjik tjik het gras tjik het gras tjik moet
tjik tjik het is net een film ziet u
      − krabbelt aan de nachtdeur kapseizoen

maandag 12 september 2011

Naast de pot (aantekeningen in proza)



Ik moet deze ochtend steeds denken aan de documentaire over Leo en Tineke Vroman. Fort Worth, in dat herfstloze Texas. Tineke (88) gaat naar beneden om met een groepje haar oefeningen te doen onder begeleiding van een vrouw die vraagt hoe iedereen het maakt. Leo zit achter de computer en vertelt over zijn computergedichten, zijn codes. 'C wordt bepaald door hoe het was', zegt hij. Hij vindt dat een mooie samenvatting van de werkelijkheid: alles wordt bepaald door hoe het was. Ik word niet graag ontroerd door oude mensen, met humor enzo, waar je ontzag voor hebt; dat vind ik eerlijk gezegd iets voor gevoelige jongens in hun tienerjaren (week zitvlees, vochtige ogen). 

donderdag 8 september 2011

Doe als Ludwig

Trakl kreeg veel geld van Wittgenstein
en werd toch maar geen apotheker, maar schreef over Blau
schwebend in 't Dunkel der Kastanien 
en ook steeds weer over de Abend
en Schnee ans Fenster en die Abendglocke


Van der Graaff kreeg veel geld van ... (doe als Ludwig, bel
0655529789 voor meer informatie)
en zag van een loopbaan in de godgeleerdheid af
en schreef over de voorspellende fasen van de maag
          de tien hanenpoten de gebroken tafel


          het stiekeme dieet der democraten 
en die Abendglocke, soms, als het al laat was. 
          

maandag 5 september 2011

Naast de pot (aantekeningen in proza)



Het lijkt een breedgedragen opvatting in de overigens zwaar bedreigde wereld van Kunst en Cultuur te zijn dat een gebrek aan inspanning en een teveel aan schouderophalen een artistiek sfeertje in de hand werken. Samen met Blondie ondernam ik gister de reis naar Delft-Zuid, waar men een keur aan industrieterreinen en viaducten kan bezichtigen. In een vervallen fabriek en op het terrein hiervan vond festival Car Art plaats. Een lekker gek, creatief amalgaampje van poppenspelers, vijfderangsmuzikanten en beeldend kunstenaars die allemaal maatschappelijke thema's door je strot wensen te duwen. Het eten was duur, de medewerkers van de cocktailbar dronken en ik moest twee keer tijdens dit evenement gedichten voordragen. De jongeman- zelf ook dichter- die mij hiervoor had uitgenodigd bleek van het uiterst relaxte kunstzinnige type. Ik moest maar zien wanneer, waar, hoe en voor wie ik die gedichten zou voordragen. En nee het blokkenschema klopte niet, dat was van gisteren en toen klopte het ook al niet. Hij was een vrije geest, dat stond als een paal boven water. Een kunstenaar die het allemaal wel ziet, of niet, maar dan is het ook goed. Omdat ik zeer streng door ouderlingen en veldwachters ben opgevoed kan ik niet goed tegen een zo totale vrijheid. Het liefst heb ik een drukkende structuur en een vast stramien, maar daarvoor zat ik op Car Art verkeerd. Het is derhalve dan ook geheel en al mijn schuld dat ik na 1 keer voordragen de hoop opgaf. Blondie en ik dronken nog een gemberachtig drankje en lieten de dichtkunst verder aan Kila en Babsie over, een routineus duo met een strak optreden. Zij hebben dikke huiden (en vonden mij waarschijnlijk ook een zeikerd). Organisaties om van te janken, dat is voor die twee gesneden koek. Terug in de trein naar Utrecht mocht ik mijn hoofd in Blondie's schoot leggen, ze verzekerde me ervan dat poëzie niet sneu is, dat ik niet zo overgevoelig moet doen. Ze aaide me door mijn haar en fluisterde: alles komt goed. Maar ik weet wel beter. 

vrijdag 2 september 2011

'De atleet vertrouwt zijn sprong' in Post Perdu


In gloednieuwe Post Perdu staat een gedicht van mijn hand, met de titel: 'De atleet vertrouwt zijn sprong'. 
Zie voor de merkwaardige totstandkoming van dit gedicht dit eerdere bericht:
http://maartenvandergraaff.blogspot.com/2011/08/naast-de-pot-aantekeningen-in-proza_08.html


23 september aanstaande zal ik dit gedicht bij Vers van 't Mes van Perdu voordragen, tevens presenteer ik een zogenaamde kleine poëtica.