dinsdag 29 november 2011

Gedichten in De Brakke Hond

De nieuwe Brakke Hond is uit! Er staan heel wat gedichten van mij in en ook van Marc Tritsmans en Eric Wauters. Prozastukken zijn er van Chrétien Breukers, Jeroen Brouwers en Koenraad Goudeseune. Verder zijn er bijdragen van Ann Meskens, Peter Minten en Bart Smout.

Ga dat allemaal snel kopen dames! Dit is de link, hieronder, klik maar:


http://www.debrakkehond.be/

maandag 28 november 2011

Vrije encyclopedie

I

Laat ik je vertellen wie ik ben en dan
kunnen we eindelijk verder.
Jij kijkt naar een schilderij en voelt dat je
contouren hebt die je niet hebt gekozen.
Ik kijk en zeg met achteloze stem, die
enthousiasme verraadt, iets over de Bijbel en/of de Grieken. En als ik geluk heb
iets over Mohammed – vrede zij met hem –
of Japanse prentkunst en de invloed van Japanse prentkunst op de hedendaagse pornografie,
want daar ben ik ook niet vies van,
van een beetje flirten met de grenzen tussen hoog en laag
en jij vindt het grappig, want ik doorspek mijn betoog met ironische terzijdes (soms
dwaalt mijn blik af, alsof iets hogers mij roept).
Ik ben een fascinerende kerel, ik maak mij kwaad, ik ben authentiek kwaad, heerlijk tegendraads,
belezen, zelfverzekerd, bescheiden als het moet, ik maak je aan het lachen, ik blijf een mysterie.
Ik ben een dier met koudwatervrees, net als jij.
We spelen het menselijk drama, het mysterie,
zodat we ons niet kapot vervelen. Zodat we niet nu al – zo vroeg, té vroeg –
opgeven.
De crisis is heerlijk, de crisis is een mysterie.
Het kapitalisme is heerlijk, deconstructie is heerlijk, verzet is
een mysterie. De literatuur: juist.

Blondie jij ligt naast mij en je slaapt
en het is buiten nacht,
of ochtend.

Er is veel verdriet
en de tramtijden zijn veranderd.
Ruk de wereld uit mijn handen:
ik maak er niks van.
Opdonderen met je ironie,
er is weinig dat mij op de been houdt.

Maxime Verhagen heeft geen ziel. Mijn vrienden en
ik, wij weten dit en
wenden ons af van Maxime Verhagen.
Wij gaan naar een expositie aan de rand van Breda,
omdat Maxime Verhagen geen ziel heeft.
Deze zinloosheid voelt heerlijk, we vinden het heerlijk,
omdat het heerlijk is om je tragisch te voelen, om een eigen tragiek te hebben
en daarvan te eten tot het holle
gevoel in je maag weg is

woensdag 23 november 2011

Naast de pot (aantekeningen in proza)

Eergisteren presenteerde Frits Bolkestein zijn nieuwste Bijbelboek Oprispingen van een joviale flegmaticus in Oudaen: een restaurant waar het permanent naar opgenaaide jochies in geleende pakken ruikt.  Bolkestein is volgens de productomschrijving op NRC Lux van het werk in kwestie De intellectuele verleiding, Gevaarlijke ideeën in de politiek, ik citeer: (...) nog altijd een van de origineelste denkers van ons land'. Nu wist ik dat het slecht ging in ons paradijsje, maar nu blijkt dat Frist een van onze grootste denkers is, schrik ik toch.


Ik bezocht de boekpresentatie omdat ik benieuwd was wat Bolkestein zou beweren in zijn inleidende lezing en welke discussies er in de zaal zouden ontstaan. De studievereniging van het departement geschiedenis organiseerde de avond. Opvallend veel jasjes, lange vette haartjes, handen die op schouders sloegen, u kent ze wel: de Mark Ruttes van morgen. Een nieuwe generatie originele denkers. Bolkestein kwam op, de zaal hield de adem in: daar stond hij dan, eigenzinnig, grijs en origineel. Frits vertelde ons vervolgens dat ervaring heel belangrijk is, dat ervaren, lees: oude, mensen de wereld moeten besturen. Want ervaren mensen kunnen goed denken en zijn in staat idealen te toetsen aan hun ervaring. Verder zijn er ook nog jonge jongens en meisjes, zonder ervaring, die niet aan hun ervaring getoetste idealen koesteren. Zij zijn link(s)e soep: gevaarlijk. Intellectuelen heten die mannetjes en vrouwtjes ook wel eens. Sanguinische typen die het uithoudingsvermogen niet hebben om consensusminnende grijsaards te worden, die veel boeken hebben gelezen en die met een kwinkslag of drie weten om te bouwen tot vermakelijke karikaturen. Dat soort schoften dus. Haal ze niet in huis, laat ze op de plank bij De Rode Rat, het zou alleen verwarrend zijn zulke troep voor het slapengaan tot je te nemen.


Het beeld van Frits’ nieuwste dat hier wordt geschetst is gebaseerd op zijn lezing, niet op mijn lezing van het boek. Daar had ik weinig trek in na de tendentieuze praatjes van bovengenoemd genie. Zo stelde hij dat Europa haar zelfvertrouwen had verloren. In de negentiende eeuw blaakte ze van het zelfvertrouwen en nu: wat een schuldcultuur! Frist ziet het met lede ogen aan. Al onze grootsheid gaat in de uitverkoop. Met een soepele goochelaarsstem wist Frist ons te vertellen dat ergens in het Verenigd Koninkrijk het Winterlichtfeest is ingevoerd, ten koste van ons geliefde Kerstmis en dat er journalisten zijn die in de cel worden gezet als ze berichten over kunstenaars die potentieel beledigende leuzen naast moskeeën schrijven. Wat hij precies wilde zeggen, dat werd niet duidelijk, maar hij mompelde er af en toe veelbetekenend doorheen. In de trant van ‘ik verzin dit niet’ en ‘het is echt zo jongens’. De jochies in geleende pakken lachten en waren verontrust: dit kon toch niet zo langer. Onze West-Europese, Christelijke cultuur wordt te grabbel gegooid! En door wie? Bolkestein wist het: door diezelfde schuldcultuur, wat dat is het Christendom: een schuldcultuur. En die schuld wordt niet meer gesublimeerd door geïnstitutionaliseerde afwentelmechanismen en dan blijft het individu daar mee zitten, aldus Bolkestein. Postkoloniale kritiek is daar vast een goed voorbeeld van: allemaal sublimatie van schuldgevoelens, het symptoom van een grootste cultuur met een complex. Deze cultuurpathologie van de originele olieverkoper Frits is op heerlijke wijze gespeend van elke nuance en verstoken van iedere overtollige kennis. Het Christendom is geen eenduidige cultuur waarin één denkbeeld prevaleert boven alle anderen. Het hangt er vanaf over welk Christendom we spreken. Maar dat is een deker van het kaliber Frits te log, te genuanceerd: grote gebare en grove streken, dat willen de mensen zien. Zonde, schuld en vergeving spelen een rol in Christelijke tradities. Maar kennis van het Goddelijke door de natuur, mystieke eenwording daarmee, de kruisdood als herstel van de breuk tussen God en mens ook. Daar komt nog eens bij dat de West-Europese cultuur de meest geseculariseerde op aarde is. En dan is een eventueel gebrek aan zelfvertrouwen toch een Christelijk letsel! God, je komt nooit van dat wezen af. Dat onze cultuur ook behoorlijk is gekleurd en vormgegeven door de Griekse en Romeinse beschaving liet Frits overigens buiten beschouwing in zijn praatje. Hij had bijvoorbeeld ook kunnen vermelden dat niemand meer weet welke geesten nu precies in welke eiken of rivieren huizen: dat is toch zeker ook een schande dames en heren! Onze prachtige heidense beginselen zo bij het vuilnis gezet. Alsjemenou, alsof het niks is.


Bij deze hoogst originele analyses kwam ook nog de verfrissende kijk van onze denktank op het ‘sapere aude’ van Kant als het wezen van de Verlichting. Dit was voor Bolkestein het belangrijkste: durven denken. Toen vervolgens de protesten op Wall Street ter sprake kwamen baste Frist geheel in de geest van Immanuel: we zijn kapitalistisch, we blijven kapitalistisch, wat die Franse filosofen ook mogen beweren!
Ervaring leerde Frist Bolkestein dat consistentie, intellectuele oprechtheid en secure analyse van generlei waarde zijn. Het gaat om het slinks spelen van de belezen oude grijsaard die wel van een grapje houdt, maar nog o zo fel is, en origineel, verdomd origineel. Een ervaren belegen wind waait door ons land! De grote flegmaticus is verrezen!  

'Schrijven als maatschappelijke werkelijkheid'

Twee december aanstaande zal ik in Perdu kort iets zeggen over het indrukwekkende gedicht 'N30' van
Jeroen Mettes en ik zal er vooral veel uit voordragen. Komt dat absoluut zien! Jos Joosten spreekt, Ernst van den Hemel, Astrid L. en Dennis Gaens! Via de onderstaande link kom je op de site van Perdu om de agenda te bekijken. De link daaronder verwijst je door naar Facebook, waar je kunt melden dat je aanwezig zult zijn. Want dat is wat je moet doen wankelmoedige: komen.

http://www.perdu.nl/agenda.cfm

http://www.facebook.com/#!/event.php?eid=142707535834333

zaterdag 19 november 2011

Naast de pot (aantekeningen in proza)

Meer nog dan andere hotels is de 'De parel van de Delta' een labyrint vant het subtiel angstaanjagende soort. Toch denk ik dat het erger kan. Er zijn bijvoorbeeld hotels waar alles van lief, zacht materiaal is, waar kameleons je bedienen en waar overal muziek is. Kabbelende muziek: Kruidvat Klassiekers. De ontbijtzaal van 'De Parel' kijkt uit over de parkeerplaats. In de verte zie je de duinen. Daarachter is de zee. De ontbijtzaal is van praktisch, hard materiaal en de werknemers zijn geen kameleons. Ik wil naar hun grauwe huid kijken, terwijl ik mjin eitje pel. Gisterochtend hoorde ik een dun meisje van begin dertig een liedje zingen. Of eigenlijk zei ze de tekst van het nummer op, met bibberende stem. Dat deed ik vroeger als ik in het donker langs het kerhof moest dat vlak bij ons huis lag en waar ik vanuit mijn slaapkamerraam over uitkeek. Dan zong ik altijd hetzelfde liedje, of eigenlijk zei ik dus de tekst op. Als je geluid maakt bevestig je dat je er nog altijd bent. Dat er niet alleen nacht is. Wie zich tegen de kameleonitische toestand bij uitstek wil verzetten moet zijn mond opendoen.

dinsdag 15 november 2011

Naast de pot (aantekeningen in proza)

Blondie en ik arriveren bij hotel 'De Parel van de Delta'. Achter de balie zit Koos. Hij heeft zichzelf na jaren geheim laboratoriumonderzoek weten te verjongen, maar is daar maar voor de helft in geslaagd. 'De stranden zijn juist nú erg practig', zegt hij en geeft ons de kamersleutel. Vierenzestig. Een nummer van niks, dat hebben we wel door. In spannende renschietpraatfilms of uitgestreken komedies haalt geen baliemedewerker het in zijn (of haar, of haar) hoofd om de belangrijkste karakters kamer vier-en-zestig te geven. Nu hoeven we niemand uit te leggen dat ons kortstondig leven in wezen - misschien incidenteel - geen spannende renschietpraatfilm is en al helemaal geen uitgestreken komedie. Wij zeggen er dus niks van.

Kamer 64 kijkt uit op een parkeerplaats, aan zee. De ketterse Marcion is langsgeweest en heeft zijn verknipte versie van de Great Christian Novel achtergelaten. Blondie gaat liggen op het zachte bed. 'Heerlijk', vindt ze. 'Ontbijt tussen half negen en half elf', zeg ik en leg de geplastificeerde kaart met informatie op het nachtkastje, naast het boek. We besluiten in het dorp te eten, na elven. Marcion bezorgde de prille, doch millitante kerk heel wat kopzorgen. Zomaar een flink aantal boeken van de Bijbel schrappen en de God van de joden wegzetten als een bijzonder onaardige demiurg met slechte adem: polemisch, dat moet gezegd. Sommige mensen denken dat Karel van het Reve het wiel heeft uitgevonden; maar die lezen alleen cultuurbijlagen en Arnon Grunberg. Naar de gnostiek en al die andere evangelisten heeft de Kerk nooit geluisterd, hoor je mensen roepen die de geleerde lullulschietlulboeken van de heer de Bruin wel eens lezen. Onwelkome elementen werden genegeerd of erger: uitgeroeid! Mij lijkt zoiets logisch. De HEMA zal ook geen reclamespotjes voor Vroom en Dreesmann betalen.

Goed, wat doen we hier? Wandelen, eten, slapen, schrijven. De volgorde kan worden omgegooid. Blondie heeft een kat op de gang gevonden. De kat mag tussen ons in. De komende week zal ik af en toe eens een bericht de wereld insturen. Vanuit 'De Parel van de Delta' wens ik jullie allemaal een niet al te gezellig samenzijn en een waakzaam gemoed.

dinsdag 8 november 2011

Naast de pot (aantekeningen in proza)

Zojuist bevond ik mij in het onderste gedeelte van de onderwijshel: het herkansingstentamen. Na drie minuten hield een van de drie aanwezige studenten het voor gezien. Ik, de dienstdoende surveillant, vroeg of we zijn tentamen konden beschouwen als nooit gemaakt. Dit kon en met een paar vrij eenvoudige handbewegingen verloste ik de wereld van zijn puntige tekst.

Tijdens de twee uur die volgden las ik een boek, dronk koffie en dacht aan de wetenschap. De wetenschap die niet (meer?) lijkt te bestaan en er toch zou moeten zijn: onspectaculaire wetenschap. Wetenschap die compromisloos en koppig werkt aan wat groter is dan kortstondige hypes en belangen. Aan die wetenschap dacht ik. Ondertussen zijn de geesteswetenschappen arm. Pas hoorde ik iemand zeggen: die jongens van Geschiedenis zijn handig, dat is buitenaards. Als Heineken zoveel jaar bestaat bellen ze een tijd van tevoren naar Heineken en vragen of ze daar geen boek over Heineken willen hebben. Als Heineken dan toehapt is er weer zeven ton binnen. Na deze overpeinzingen (in mijn ooghoek zagen twee herkansingstentamens het licht) dacht ik aan de kansel in de Hervormde Kerk te Stad aan het Haringvliet, waarop soms een oude man met een toga stond die bromde dat hoererij een wijdverbrijde zonde is.

zondag 6 november 2011

Must Haves en andere novembergezangen



I


Het eerste lichaam 
dat mij roept. de stand
van zaken.
Morpheus' consensus 
is een aambeeld, DNA, dus modificeerbaar, was
of een ander beeld dat deze opmerking urgentie moet verlenen. Snap je
hoe belangrijk het is om stank
te proeven? 


II


Gedicht als vluchtauto.
Gedicht als weemoedig volgezopen vluchtauto
van fatsoenlijke kruimeldieven. 


III


De gebochelde realitystar bevredigt het meisje met zijn authentieke vingers.


III


Sprekend solipsisme van een regel
                      


III


De diversiteit van Must Haves 
Altijd Hebtember, altijd regen,
Altijd de smerige pik van de Mammon in je laffe bek proppen


IV

Morpheus, Mammon, Moloch, Mater, Maatschap, Mossad, Mosterd-
zaden, Mantelliefde, Marktwaarde, 
Makke schapen, Mirre, Wierook, Goud.

















dinsdag 1 november 2011

Emails van Alsemgeest

Al eerder schreef ik over Wouter Alsemgeest, dichter te Utrecht: http://maartenvandergraaff.blogspot.com/2011/09/naast-de-pot-aantekeningen-in-proza_9546.html.
Wij mailen regelmatig met elkaar en Alsemgeest vroeg mij laatst of we van die mails geen boek konden maken. Toen heb ik hem beloofd, in ieder geval, zo af en toe, een mail van zijn hand op dit blog te plaatsen. Hieronder kom ik die belofte na. 


Beste Maarten,


Nu het winter wordt ben ik als eerste de lul, de kou komt uit de Vecht opzetten en gaat direct
onder m'n botten zitten. Karel wordt ook weer zo ontzettend stil. Hij ligt met zijn kop op zijn poten te kijken hoe de mist boven de polder hangt. Dat gaat vervelen, ik snap dat wel. Bij gebrek aan die bepaalde monterheid die nodig is om zelf gedichten te schrijven, heb ik me maar weer eens op het vertalen gestort. Hondsmoeilijk, ondankbaar tyfuswerk; ik vertel niks nieuws. Laatst las ik mijn gedichten uit Barbarber terug (ik heb nog drie auteursexemplaren of iets dergelijks). Eerlijk gezegd vond ik het niet veel. Het is misschien ook goed zo, zo zonder enige roem zeg maar. Ik volgde via den media de toestanden rond de Ako en dan valt er eerlijk gezegd een last van me af: wat een ranzig ambtenarenfeestje is dat. Misschien schrijf ik nog een lijvige roman over mijn leven in de letteren: Roemloos ten onder, wat denk je ervan? Genoeg voor nu. Hier volgt mijn vertaling van het korte gedicht 'Helder uur' uit 'De hoeder van kudden' van Caeiro. Mail maar uitgebreid terug met commentaar (lees je Portugees?). 


Er zijn verschillende manieren om niet te kijken
en ik denk dat ik met al die manieren bekend ben.
Het dwingende ritme van werk en slaap noem ik 
en de rusteloze gang van geleerden in werkkamers.
Lezen is ook een manier om niet werkelijk gebruik te maken
van de ogen. 
Dan is er ook nog het verliefde hart dat mij doet geloven 
dat ik ook maar iets te maken heb met de heuvels
waar ik doorheen loop of met de wisseling van seizoenen.


De seizoenen wisselen elkaar af en ik schrijf gedichten.
Dit heeft echter niets, werkelijk niets met elkaar te maken 
en juist daarom schrijf ik steeds weer gedichten,
terwijl de zomer de lente aflost en de winter de herfst.


Ik groet je,


Wouter Alsemgeest