Mijn walging dreigt het te winnen van mijn medelijden.
De tennisvelden zijn uitgewist door sneeuw
en de lucht is zo koud dat ik geloof
helder te kunnen denken
over mijn baan bijvoorbeeld, of over
mijn vrienden,
de manier waarop ik mijn vrije tijd
doorbreng.
Op de afgesproken plaats ontmoet ik de
uil
die het symbool is van mijn vrije tijd.
Wij ontmoeten elkaar hier. De uil wil
geen pottenkijkers.
Hij is zacht en knikt begripvol, alsof
hij slaapt.
Na kort overleg vliegt hij weg over de dode
tennisvelden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten