dinsdag 30 augustus 2011

Voor de verachters van de binnenkamer

Waarom ga ik nog altijd naar buiten,
ik weet wat daar is.
De langgerekte fluittoon de aangrenzende
resten, de drooggekookte klaarheid der dingen:
precieze verhoudingen.


En daar heb ik dus een schijthekel aan
(een regenbui balsemt milddadig)
dat alles is zoals het is


waarom ga ik nog wandelen, om een esdoorn in zijn esdoorn-zijn
te sterken? (hierachter sterven er geruisloos)


de esdoorn moet zijn eigen rottige zelf maar toeknikken









vrijdag 26 augustus 2011

Naast de pot (aantekeningen in proza)



Geert Buelens is een bleke , pezige academicus die erg veel boeken schrijven moet. Hij koopt zijn groente bij de Ekoplaza op de Twijnstraat, maar schrijft volgens wijlen Jeroen Mettes 'ronduit terroristische poëzie'. Bin Laden was de leider van een terroristennetwerk, maar schreef in zijn vrije tijd brave, gezwollen natuurlyriek. Ik wil maar zeggen: met poëzie weet je het nooit. Daarbij maakt te veel vrije tijd- mijn opa wist dit al- week en tobberig. 












dinsdag 23 augustus 2011

Blondie en ik in de natuur



Blondie en ik gaan naar de natuur en dit begint-
zoals alles-
met een omweg

brandnetels stroopgras mesheften in het duinlijk:
bereklauw vol grijpgraag violet. Ik scheur uit mijn broek enzovoort. 

Eindelijk wordt mijn ruggenmerg 
lodderig. De heidense schijf vlamt
ambteloos. Een zeldzaamheid.

In de auto merkt Blondie op dat wij door ons 
onvermogen symbolen plat te slaan
al te indirecte zoogdieren zijn.









maandag 22 augustus 2011

Optreden Perdu: Vers van 't Mes

23 september aanstaande zal ik optreden bij Perdu's 'Vers van 't Mes'. Ik draag daar samen met Bart de Block en Willem-Sjoerd van Vliet voor uit eigen werk, tevens zullen we alle drie een kleine poëtica uitspreken.
Die avond zal ik het gedicht 'De atleet vertrouwt zijn sprong' voordragen, dat zeer binnenkort in Post Perdu wordt gepubliceerd. Klik maar op de onderstaande link, dan floept u zo naar de site van Perdu. Doei. 

http://www.perdu.nl/agenda.cfm

Waar je het aan ziet



Momenteel ben ik morsig
maar begrijp meer,
stelt ze.
Natuurlijk heb ik wel de
neurotische angst verkeerd
begrepen te worden.

Bovendien woon ik noodzakelijk
in het besef dat ons dorp
doelwit is.
Haar angst is oprecht en naar ik hoop
gegrond   (ik wil een angst waarvan ik
                jaren proeven kan).

De dorpelingen mesten in hun schuurtjes
met de zelfvertedering van ons tekort
een eigen kleine apocalyps vet.

Daaraan zie je het.


woensdag 17 augustus 2011

Tweede Zwarte Maandag Poëzieprijs

http://www.decontrabas.com/de_contrabas/2011/08/winnaar-zwarte-maandag-po%C3%ABziewedstrijd.html#more

Met mijn gedicht 'Opvoeding' werd ik vandaag tweede bij de Zwarte Maandag Poëzieprijs van de Contrabas (zie bovenstaande link). Leuk, niet? Om het te vieren een clipje van de onvolprezen Mega Mindy. Meezingen is verplicht.


Om het te vieren bij deze een clipje van Mega Mindy



dinsdag 16 augustus 2011

Gesprekken met de Gruweletser

In 'Gesprekken met de Gruweletser' spreekt dichter Maarten van der Graaff met Gruweletser D. Labruyere: Nederlands kunstenaar, autodidact, heremiet en medewerker van Domino's pizza. Vorige keer spraken zij over het werk van Bouguereau, dat de Gruweletser zeer bewondert. 





M: 'Ik wil het hebben over je bijbaantjes, volgens mij heb je het vreemdste werk gedaan om rond te komen.'


G: 'Op het moment werk ik bij Domino's pizza, maar ik heb inderdaad veel verschillende baantjes gehad. Even kijken: drager van lijkkisten, verkeersregelaar, schoorsteenveger, bakkershulpje, ramenlapper op zeven hoog, vogelringer bij Jan Desmet in de Kempen (een noeste Vlaming die zich al vijfendertig jaar inzet voor alles wat vliegt), loods-assistent, zeehondenverzorger bij Pieterburen, duivenmelker bij Eijerkamp in Zutphen, ober op een veerboot, croupier, straatartiest, verder heb ik nog in thuiszorg gewerkt en als koffieverkoper in de trein.'


M: 'Jezus, wat een hoop. Kun je rondkomen op het moment?'


G: ' Het gaat. Het is geen vetpot, maar ik verdien meer dan ik aan lijken verdiende.'


M: 'Een paar van je bijbanen hebben te maken met dieren. Wat is je lievelingsdier?'


G: 'De mol.'









maandag 15 augustus 2011

Gesprekken met de Gruweletser

In 'Gesprekken met de Gruweletser' spreekt dichter Maarten van der Graaff met Gruweletser D. Labruyere: Nederlands kunstenaar, autodidact, heremiet en medewerker van Domino's pizza.



M: 'Laat ik dit eerste gesprek beginnen met je liefde voor het werk van de schilder William- Adolphe Bouguereau (1825-1905). Wat maakt hem zo goed volgens jou?'

G: 'Ik houd van nymfen en saters. Vooral zachte, gladde nymfen waar bakken licht op vallen.'

File:William-Adolphe Bouguereau (1825-1905) - Nymphs and Satyr (1873).jpg

M: 'Bouguereau was in zijn tijd aan de Franse academie enorm beroemd en bewonderd, Matisse is als ik me niet vergis een leerling van hem geweest. Matisse zette zich af tegen hem, zijn naam werd een scheldwoord in de kunstwereld.'

G: 'De tijden veranderden, dan deug je opeens niet. Ik houd wel van topzware stijlen in hun nadagen. Grote gebaren, te veel van het goeie. En vooral de decadentie is prachtig. Het romeinse rijk was toch ook het mooist toen het al stonk? De late Middeleeuwen, Warhol in de jaren '80, de late Rafaël verzin het maar. Allemaal mooier dan het jongere. Avantgardisten zijn vaak zo streng, zo zeikerig.'

M: 'Heb je een hekel aan alle avantgardisten?'

G: 'Ik houd niet van appels die met veel bombarie niet zo ver van de boom vallen. Soms zijn het net dominee's. En ze komen vaak in kliekjes, die avantagardisten. Dat is ook storend. Maar goed, ik neem aan dat die tijd voorbij is.'

M: 'Gebruik je Bouguereau als inspiratie?'

G: 'Jazeker, als ik gladde lichamen in een bepaald licht wil schilderen kijk ik naar hem. Wie van beelden houdt is niet zo picky, die ken alles wel vreten zeg maar.'

M: 'Is er dan wel werk waar je niet van houdt?'

G: 'Dali vind ik niks. Kon voor geen meter tekenen. Had ie wel een handige stroming voor gekozen, dat geef ik toe. Surrealisme is sowieso niet echt mijn bakje pleur.'

M: 'Maar je eigen werk heeft toch zeker surrealistische trekken?'

G: 'Surrealisme bestaat niet. Heeft nooit bestaan ook. De term is verkeerd. Volgens mij heeft Bréton dat gedaan.'

M: 'Leg uit.'

G: 'Eigenlijk ben ik moe en ik moet naar de wc. Plaats je een werk bij dit gesprekje als je het op internet gooit?'

M: 'Will do.'

Gruweletser D. Labruyere: http://potjeart.blogspot.com/



vrijdag 12 augustus 2011

Essay in Deus Ex Machina!

http://www.facebook.com/notes/goddelijk-gezicht/menippus-drinkgelag-aantekeningen-over-facebook-maarten-van-der-graaff/231503233560911

Klik op de bovenstaande link en lees mijn essay in het speciale nummer 'Goddelijk Gezicht' van Deus Ex Machina over Facebook, op Facebook: 'Menippus' drinkgelag: aantekeningen over Facebook'.

Old coders never die


 
Mildheid veinzen (niemands schedel
kraken)= tijdwinst.
Knoeien met wat in jargon zo
dor is. Ploegen met je tongen.

De volgzaamheid der discipelen
slikken. Ze zijn vrij maar slaan hun ogen 
op in jouw maag.
Verzeker ze van de wanden.

Tenslotte is er de wet van het onbehagen.
Je moet de dingen op tijd
spuugzat zijn.

dinsdag 9 augustus 2011

Car Art

Drie en vier september aanstaande is Car Art, een festival omtrent kunst en auto's. Een titel dus die de lading dekt, zou je kunnen zeggen. Ik treed daar samen met de volgende dichters op: Daniel Vis , Anne Broeksma, Kila en Babsie, Djoeke Ardon,  en Ellen Vedder. Komt allen.

De organisatie kondigt mij overigens als volgt aan:

'De aantrekkelijke verschijning Maarten van der Graaff uit zichzelf sinds 2009 op literaire wijze en niet zonder succes.'

Over smaak zullen we maar niet twisten. Deze is voor jullie, dames en heren van Car Art:



maandag 8 augustus 2011

1:00-1:17

17 


minder vet

Pablo

 honing


Bijschrift toevoegen 
Eerlijk                                                                                                              duurt

Vincent van der Graaff haalt examen 



Ze zweeg

Naast de pot (aantekeningen in proza)





De actualiteit is niet te verslaan. Een week voordat Anders Breivik in Noorwegen een aanslag pleegde en een bloedbad aanrichtte schreef ik een gedicht voor Perdu met de titel 'De atleet vertrouwt zijn sprong'. In dit gedicht is een stuk van een email of chatbericht te lezen waarin de 'ik' tegen Gruweletser D. Labruyère het volgende zegt:

'het is weer een van die dagen waarop iedereen er gelukkig uitziet, iedereen is goddelijk. Of iedereen is een monster, ook dat is goed mogelijk. Het einde van Dogville is echt ziek. Ze maakt iedereen af, iedereen. Geweldig. Over Nietzsche en medelijden zal ik het niet hebben, ik weet dat je namedropping niet uit kunt staan.'

Ik las deze passage gisteren terug, ik was op vakantie in Schotland toen Breivik zijn gruweldaden beging. En toen kwam het: Dogville was een van zijn favoriete films. Het bloedige einde dat ik altijd als briljante afrekening met het medelijden als superioriteitsgevoel zag, inspireerde Breivik tot een werkelijk bloedbad. Dit dwong me de 'ik' uit het gedicht met andere ogen te zien, sterker nog: ik kan het gedicht niet meer lezen zonder hieraan te denken. Die email of dat chatbericht is plots onderdeel van de bekentenissen van een moordenaar die tot alles in staat is, 'De atleet vertrouwt zijn sprong' zal als het over een aantal weken verschijnt bij Perdu ongetwijfeld ook zo worden gelezen. Daar kan ik helemaal niets aan doen. Ik vind het zelf haast moeilijk te geloven dat ik de regels er niet met opzet na Noorwegen in heb verwerkt. Lars von Trier heeft zijn excuses aangeboden, ik ben blij dat ik niet beroemd ben.  

zondag 7 augustus 2011

Noche tinta, blanco el dia

met inktvlerken zwemt 
het carnaval terreur


drassige donder welt op
bassende schemer beknelt
elke uitgespelde reutel lucht


zakelijkheid
is de hoop 

vrijdag 5 augustus 2011

Naast de pot (aantekeningen in proza)

'Zij die over zee reizen veranderen van hemelstreek
en niet van geest'
- Horatius-


Wie vaker in Schotland komt zou het vermoeden kunnen krijgen dat de op authenticiteit beluste mens van 
nu een voorkeur heeft voor het sombere. De oprechte, hij die niets verbergt, wordt op het schild geheven. Onder de vaders en moeders bevinden zich duizenden zelfzoekers en niets wordt zo genadeloos door zelfzoekers afgestraft als wat zij minachtend 'schone schijn' noemen. Zelfs de onsmakelijkste bekentenis wordt met applaus en bewondering begroet. Hoe vaak er ook wordt geklaagd over inbreuk op de privacy door overheid en bedrijfsleven, zodra wij zelf de inbreker kunnen zijn vergeten we onze gewichtige bezwaren ogenblikkelijk. Wie dingen achterhoudt is pervers, achterbaks en dient ten overstaan van de gehele roedel te worden bespot. We krijgen niet genoeg van de tv-dominee die homoseksualiteit veroordeelt als zondig en zelf in de binnenkamer met mannen verkeert. Heerlijk. De huichelarij! Iets te verbergen hebben en dat ook doen is fout. En wie eerlijk is zal ook deemoedig alle dwalingen, vergrijpen en zelfs misdaden opbiechten. Watertandt u al? Wie echt eerlijk is, zal een somber verhaal moeten vertellen. Niemand is schoon, iedereen is smerig. Alleen stijve, onbetrouwbare mensen verbergen hun somberheid achter een wellevende glimlach. Daarom klagen we ook zo graag, de eerlijke mens loopt de ganse dag te kankeren.


En daar is dan het authentiekste volkje op aarde: de schotten. Stuurse, weemoedige types met aantrekkelijk weinig sexappeal en een stevig minderwaardigheidscomplex, wonend in verregende steden, fel gekant tegen het grootste monster op aarde: het Engels snobisme. Een snob zegt niet a, wanneer hij a bedoelt. Een opgewekte snob is koket, hij pronkt uit gewoonte of superioriteitsgevoel. Het idee dat Schotland als zodanig afgemat is en daar zonder poeha getuigenis van aflegt is koren op de molen van de moderne toerist. Ik merk dat ik bij iedere aftandse kroeg met droevige obese heren denk: prachtig, echt, volks, etc... Als iemand koketteert ben ik het wel. Ik koketteer met het zogenaamde authentieke en dan voornamelijk met mijn oog daarvoor. Ik ben een betere toerist dan alle anderen, mijn vakantie is dus meer waard dan andere vakanties. Dan die van de dagjesmensen met buideltasjes, verrukt door ieder Disneyland dat ze wordt voorgeschoteld door de plaatselijke toeristenmaffia. Hier onder vallen attracties, al dan niet met educatieve inslag, al te klantvriendelijke hotels, populaire restaurants, alles uit de negentiende eeuw (protserige amalgaamstijl), uitgevonden tradities zoals de doedelzak en de kilt, souvenirs, boot- en bustochten met gids, en ga zo maar door. Ik daarentegen eet waar de 'locals' eten en begrijp de mensen daar, dat prachtige gemopper, dat echte. Omdat ik dingen dus anders kan zien, als ware toerist. Al te grote gastvrijheid is eigenlijk al verdacht. Dan toch liever die o zo authentieke nurkse ober, waar je nog maanden lang anekdotes over kunt vertellen op feesten en partijen. Ons toeristische kapitaal wordt uitgedrukt in onze gevoeligheid voor de vermeende authenticiteit van stad, land en mens. In werkelijkheid dwingt onze geest elke nieuwe streek in de mal van het sombere en het voorspelbare. Onze grootste angst is het om ergens vreemd te zijn.