VI
In de 21e eeuw liggen wij doodstil.
Hoe lang duurt de 21e eeuw?
Deze scène is opgetekend in Istanbul, op een hard bed
waarin ik een stadsgedicht wil schrijven
maar bedenk dat niets truttiger is dan de regels van de nukkige
toeristen die zich dichters noemen.,
die welbespraakte weemoed, dat toefje ironie.
Zij zijn bang voor hartstocht.
Deze angst maakt het ze onmogelijk een stadsgedicht te schrijven. Ik deel hun angst.
Bloemlees dit:
Het Istanbul dat u nooit zag
Ze wil hem verlaten, maar is schandalig lui.
Het park is bejaard en onverschillig; zij verlangt naar hem
(een andere hem, de olie-stem-hem met de zachte
sterke handen).
Onder de douche doet ze het twee keer met zichzelf.
De volgende dag loopt ze langs de Blauwe Moskee,
die werd gebouwd door een leerling van Sinan.
Blondie geeft mij de gedichten van Nazim Hikmet.
Hikmet heeft een volk, een lul, een politiek.
Ik ben jaloers op de twintigste eeuw.
Ik ben zelfs jaloers op Hikmets gevangenschap.
Wie niet gevangen zit, is een cipier.
Hoe moet ik mijn gevangenis beschrijven? En als ik wil zingen,
over welke vrijheid dan?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten