XV
We verkleden ons als spoken en gaan iemands huis binnen. We verkleden ons als het karkas van een
trompet en gaan iemands oor binnen. We verkleden ons als de onvermijdelijke onspectaculaire
vernietiging en blijven onbekend. Er zijn geen spoken of ze zijn goedlachs, zelfs het karkas van een trompet: goedlachs.
Dit is een museum waar alles klopt: oud landhuis, sprookjesachtige duingebied, een doolhof aan ruimtes, voor een deel onder de grond. Het lijkt alsof het er niet is neergezet,
maar in de loop van de tijd is gegroeid, als een boom met takken die toch een geheel vormen.
Je zou het museum bijna non-architectuur kunnen noemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten