'Zij die over zee reizen veranderen van hemelstreek
en niet van geest'
- Horatius-
Wie vaker in Schotland komt zou het vermoeden kunnen krijgen dat de op authenticiteit beluste mens van
nu een voorkeur heeft voor het sombere. De oprechte, hij die niets verbergt, wordt op het schild geheven. Onder de vaders en moeders bevinden zich duizenden zelfzoekers en niets wordt zo genadeloos door zelfzoekers afgestraft als wat zij minachtend 'schone schijn' noemen. Zelfs de onsmakelijkste bekentenis wordt met applaus en bewondering begroet. Hoe vaak er ook wordt geklaagd over inbreuk op de privacy door overheid en bedrijfsleven, zodra wij zelf de inbreker kunnen zijn vergeten we onze gewichtige bezwaren ogenblikkelijk. Wie dingen achterhoudt is pervers, achterbaks en dient ten overstaan van de gehele roedel te worden bespot. We krijgen niet genoeg van de tv-dominee die homoseksualiteit veroordeelt als zondig en zelf in de binnenkamer met mannen verkeert. Heerlijk. De huichelarij! Iets te verbergen hebben en dat ook doen is fout. En wie eerlijk is zal ook deemoedig alle dwalingen, vergrijpen en zelfs misdaden opbiechten. Watertandt u al? Wie echt eerlijk is, zal een somber verhaal moeten vertellen. Niemand is schoon, iedereen is smerig. Alleen stijve, onbetrouwbare mensen verbergen hun somberheid achter een wellevende glimlach. Daarom klagen we ook zo graag, de eerlijke mens loopt de ganse dag te kankeren.
En daar is dan het authentiekste volkje op aarde: de schotten. Stuurse, weemoedige types met aantrekkelijk weinig sexappeal en een stevig minderwaardigheidscomplex, wonend in verregende steden, fel gekant tegen het grootste monster op aarde: het Engels snobisme. Een snob zegt niet a, wanneer hij a bedoelt. Een opgewekte snob is koket, hij pronkt uit gewoonte of superioriteitsgevoel. Het idee dat Schotland als zodanig afgemat is en daar zonder poeha getuigenis van aflegt is koren op de molen van de moderne toerist. Ik merk dat ik bij iedere aftandse kroeg met droevige obese heren denk: prachtig, echt, volks, etc... Als iemand koketteert ben ik het wel. Ik koketteer met het zogenaamde authentieke en dan voornamelijk met mijn oog daarvoor. Ik ben een betere toerist dan alle anderen, mijn vakantie is dus meer waard dan andere vakanties. Dan die van de dagjesmensen met buideltasjes, verrukt door ieder Disneyland dat ze wordt voorgeschoteld door de plaatselijke toeristenmaffia. Hier onder vallen attracties, al dan niet met educatieve inslag, al te klantvriendelijke hotels, populaire restaurants, alles uit de negentiende eeuw (protserige amalgaamstijl), uitgevonden tradities zoals de doedelzak en de kilt, souvenirs, boot- en bustochten met gids, en ga zo maar door. Ik daarentegen eet waar de 'locals' eten en begrijp de mensen daar, dat prachtige gemopper, dat echte. Omdat ik dingen dus anders kan zien, als ware toerist. Al te grote gastvrijheid is eigenlijk al verdacht. Dan toch liever die o zo authentieke nurkse ober, waar je nog maanden lang anekdotes over kunt vertellen op feesten en partijen. Ons toeristische kapitaal wordt uitgedrukt in onze gevoeligheid voor de vermeende authenticiteit van stad, land en mens. In werkelijkheid dwingt onze geest elke nieuwe streek in de mal van het sombere en het voorspelbare. Onze grootste angst is het om ergens vreemd te zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten