dinsdag 16 november 2010

Vijfde gedicht uit Galicië(waarin Jakob de nacht ziet)

Voor Blondie


Pedrouzo-Santiago

Ook heilige steden hebben
voorsteden. Wie verlangt naar San Lorenzo?
Er zijn cafés en fabrieken daar, maar wie wonen
er?

De KATHEDRAAL: uitbundig aan het rotten
( Hug the Apostle! See his remains!)
         het plein.

Bedekt met schelpen spoelt Jakob aan land. Hij wandelt door het historisch
centrum en ziet een jongen met sluik haar
gitaar spelen, een man in zilveren pak roerloos langs de straatkant staan,
kreeften comateus ronddobberen in een
vitrine.
Hij staart naar mensen met
tassen en stokken en blackberry bolds.
                                dan wordt de hemel als een boekrol toegesloten. Jakob staat, midden in openvloeiende nacht.
Daar is het ingewand van de nacht.

Vanaf de laatste kaap glijdt een lied van
verdwijnen over de stad.

Daar is het binnenstebuiten van de nacht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten